terwijl de telefoon haar aandacht belde haar vertelde hoe haar wereld was wat al haar vrienden deden hun geluk verdienden en hun successen veinsden zat ze daar teneinde raad te wachten op een prins te paard ze was het waard vond zij en appte dat naar wat vriendinnen iemand stapte binnen met een hoed een teugelafdruk in zijn hand ze zag het niet want was nog bezig haar socials op te vullen met lullen van hoe fijn ze’ t had terwijl ze zachtjes zat te grienen en lachjes plaatste bij haar tekst het gekst was wel dat ze niet zag hoe hij haar zocht doch haar niet kende hij temde paarden, koningen en draken kende donders goed zijn waarde op elk kasteel en ieder hof kreeg lof voor al zijn heldendaden toch was hij eenzaam net als zij als ze opzij keek zouden vonken tussen hun harten overspringen maar smartphones overwinnen steeds ’t momentum van het hier en nu individu bleven ze beiden terwijl hij teleurgesteld vertrok zij schrok heel even van de deur die dichtsloeg en hun toekomst sloot waarna ze ’t personeel ontbood en eenzaam om de nota vroeg
___
Vers uit mijn brein
© Hugo Vos
Mijn woordenbrein wil alle kanten op. Iedere donderdag in 2022 laat ik hem zijn gang maar gaan. En ik kijk verwonderd toe wat hij nu weer produceert. Kijk gerust mee.