Selecteer een pagina
Donderdag zou ze komen. Gerard voelde diep in zijn buik dat het iets met hem deed. Alsof daar opeens een kabbelend beekje met warm water stroomde. 
Donderdag zou ze komen… Hij fantaseerde over de ontmoeting. Bij de deur, naast de stapel post en de lege flessen, zou hij haar een hand geven. Ze zouden iets zeggen over hoe leuk het was ‘er nou ook een gezicht bij te hebben’. Hij zou haar uitnodigen naar de huiskamer. Een plekje vrijmaken op de fauteuil, wat onhandig met de rommel daarvan in zijn handen staan als hij haar een koffie aan zou bieden. 
Koffie… hij moest natuurlijk eerst de koffiezetter uitgraven op zijn aanrecht. En schone kopjes hebben. Dat kon hij beter vooraf doen. Die fauteuil ook trouwens. 
Hij liep naar de keuken. Het aanrecht puilde uit. Nasi, spaghetti, ravioli, stamppot, tomatensoep, hij kon aan de borden precies zijn weekmenu aflezen. De vaatwasser was alweer zo goed als leeg. Eigenlijk was het niet meer dan een zelfreinigende servieskast. Hij stopte er alles vuil in en als het weer schoon was gebruikte hij één voor één alles tot hij weer leeg was. Dan stopte hij alles er weer in.
Gerard bekeek zijn keuken hoofdschuddend, deed het schort om en stroopte zijn mouwen op. Zo kon hij haar natuurlijk niet ontvangen donderdag.
Na twee en een half uur was zijn keuken zoals een keuken hoorde te zijn. Hij was er aan begonnen en in één stuk doorgegaan terwijl hij liedjes floot die iets met liefde te maken hadden. 
Het aanrechtblad was leeg, het gasfornuis en de spoelbak glommen en en van de weeromstuit had hij ook de keukenkastjes opgeruimd en gerangschikt. Hij had een vuilniszak vol met potjes, flesjes en zakjes die zo ver over datum waren dat het er bijkans in oud Nederlandsch op stond.
Hij liep de kamer in en dacht: “Ja als ik nou tóch bezig ben…”.

Zo kon het gebeuren dat het huis van Gerard een complete metamorfose onderging, met als eindresultaat lege tafelbladen, lege stoelen, een bank waar je normaal op kon zitten en kastplanken die niet meer uitpuilden. Nu zat hij enkel nog met 14 vuilniszakken vol met spul waarvan hij zonder er al te lang over na te denken besloten had dat hij het net zo goed weg kon doen.  Alegonda kon trots op hem zijn. De gang was weer gang, de kapstok liet haar haken weer zien en het toilet rook naar chloor en rozenblaadjes. De badkamer nodigde weer uit om te komen douchen en het plankje bij de spiegel was weer gewoon herkenbaar als zijnde van glas.

Aan de slaapkamer had hij extra zorg besteed. Schoon beddengoed en de vele stofnesten onder zijn ledikant waren onverbiddelijk de stofzuigerzak ingezogen. Zijn kledingkast was weer georganiseerd en kon gewoon dicht.
Doodmoe maar voldaan plofte Gerard diep in de nacht op de bank neer.
Donderdag zou ze komen. Alleen… dat was niet meer nodig…

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: