Selecteer een pagina
Wat een ophef allemaal. Ik was heus wel beneden gekomen. Ooit. Maar ik had gewoon nog geen echt plan. Had me meer tijd gegeven. Dan was er wel iets in mij opgekomen. 

Ik had ook niet moeten gaan mauwen daar boven in die boom. Wat wilde ik bereiken daarmee? Het was toch geen hulpgeroep? Wilde ik de aandacht trekken van katers uit de buurt? Zodat ze konden zien dat het mij gelukt was om buiten te komen? Dat er een wild beest in mij schuilt. Dat ik aantrekkelijk ben?
Ik weet het niet. Ik voelde gewoon de drang tot mauwen. Luid met lange aanhalen. Misschien is het een onderdeel van mijn transformatieproces. Een bewijs dat ik dichter bij mijn natuur kom. Als ik stil was gebleven had mijn mens me nooit gehoord en had ze dat paniekerige gedoe niet ingezet. Was ik nog steeds wild en vrij.
Eerst dat ellenlange roepen van haar. Toen dat irritante geschud met mijn brokjes. Ja dûh! Alsof ik voor vegetarische brokjes mijn leven waag en uit mijn boom kom. Ben niet gek.
Daarna dat geklooi met het keukentrapje. Al die buren erbij ook! En maar vertellen wat mijn mens al dan niet moest doen. Allemaal naar boven kijken, naar mij. Maar zelf geen poot uitsteken. Ja, eentje durfde wel het trapje vast te houden terwijl mijn mijn mens de boom in wou. Potsierlijke vertoning. Een mens is niet gebouwd om te klimmen. Die is nog veel meer gedomesticeerd dan ik. Ze maakte geen kans. Durfde niet eens op het allerbovenste plankje te gaan staan!
En toen later die hele grote rode auto met die uitschuifbare ladder. En die vriendelijke gespierde man met zijn dikke handschoenen en zijn rare helm.

Dat sentimentele weerzien met mijn mens had ook overgeslagen mogen worden. Alsof ik één van mijn negen levens had verspeeld.. En maar kusjes geven. Doe normaal! Zo ga je niet om met een wild beest! Ik wilde nog ontsnappen uit haar greep maar ze hield me beet alsof ze me nooit meer los wilde laten.

Enfin. Ik zit weer binnen de kaders. Buren weer hun eigen kaders in. Rode auto weer weg. En mijn mens ergens tussen mopperen en liefkozen in.
Mijn vegetarische brokken weiger ik nog steeds te eten. Als ze dan zo met me begaan is, laat ze me dan fatsoenlijk eten geven.

Ik heb honger.
Ik zou binnenshuis moeten kunnen jagen eigenlijk. Maar ja… Behalve mijn mens en ik loopt hier weinig levends rond. Ik ben overgeleverd aan wat ik voorgeschoteld krijg. Tenzij ik zelf op etensjacht ga natuurlijk. Zo’n koelkast bijvoorbeeld… zou die makkelijk open kunnen? Ik kán het eens gaan onderzoeken…

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: