dat je dan gewoon iets zegt
doodnormaal voor jou
en vol van vuur en enthousiasme
en dat je dan je woorden weer
als mussen tegen een raam
die dodelijke smak ziet maken
steeds maar weer dat onvermogen
om door dat raam te spreken
de kamer van de ander te betreden
de ander die je aankijkt en knikt. Meer niet
je bent een trilling in het vensterglas
je bent er wel, maar binnenkomen doe je niet
die klap zo vaak te moeten voelen
zo vaak gestopt te worden in je vlucht
dat houdt geen mus toch vol?
waarom blijf ik alsmaar tegen glas aan vliegen?
ik zie, in naïeve blindheid, steeds dat venster niet
en blijf hopen dat iemand misschien de ramen open heeft
8-7-2018