Selecteer een pagina

De week na de verhuizing van de buren bleef Mariëttes aandacht gericht op het lege huis naast hen. Wanneer zou ze een eerste glimp van leven opvangen en van wie zou dat leven dan zijn? 

In hun eigen huis viel het Mariëtte op dat het leven subtiel veranderde. Johan had sinds de verhuizing meer onrust in zijn lijf. Hij was vaak in de tuin bezig en was nota bene begonnen aan het oliën van de mahoniehouten tuinbank die daar al meer dan een jaar om riep. Ook het gat in de regenpijp was op een dag gefixt. Een klusje waarvan hij al maanden riep: “Jaja… komt goed!”, om het vervolgens niet op te pakken. Zelfs zocht hij een keer toenadering in bed, iets dat hij al heel lang niet meer had gedaan. Dat deel van de actie moest altijd van haar komen. De rest ook trouwens.

Na anderhalve week zag Mariëtte opeens een schim in het huis van de buren. Ze schrok, want ze had niemand naar binnen zien gaan, terwijl ze zo oplettend was geweest. Ze deed haar vitrage iets opzij om een beter zicht te hebben, maar de figuur was alweer verdwenen. Toen ze na tien minuten nog niets zag ging ze weer verder met stofzuigen.

De volgende ochtend stopte er een busje van de firma ‘Draad! Uw hekwerk op maat’ voor het huis van de buren. Mannen in werkkleding trokken het zeil van de aanhanger en begonnen palen en panelen de tuin in te sjouwen. Er werd gemeten en er werden piketpaaltjes geplaatst. Na een tijdje werden er met grondboren gaten geboord en werden er palen geplaatst. Tot haar grote schrik ook op hun erfafscheiding.

Mariëtte riep Johan erbij. Die suste de boel eerst nog door te zeggen dat ze eerst maar eens moeten zien wat voor hek het zou worden, maar toen de eerste gesloten panelen van twee meter hoog verrezen, vond ook hij dat dit wel ver ging.
Mariëtte sommeerde hem naar buiten te gaan en er wat van te zeggen. Want ‘Enige vorm van overleg was toch wel het minste wat ze van hun nieuwe buren konden verwachten’.

Met tegenzin liep Johan gade geslagen door Mariëtte naar buiten en sprak de werkmannen aan, om met neergeslagen hoofd huiswaarts te keren. “Mijnheer, wij voeren slechts uit wat ons is opgedragen.”, was het antwoord waar Johan het mee moest doen. en “Nee, zij kenden de nieuwe bewoners ook niet, daarvoor moest hij maar contact opnemen met het kantoor. Maar daar zou hij vanwege de ‘privacyregels’ ook wel bot vangen hahaha.’

“Houd je bek!” blafte Johan naar Kiki die luid keffend voor het raam zich tegen de werkmannen stond aan te bemoeien. Verbouwereerd droop ze af naar haar mandje, haar bovenlip opgetrokken. Ze mocht dan een poedel zijn, maar als het moest kon ze best van zich afbijten.

(Dit is een bemoeiverhaal. Je kunt je met het verloop van dit verhaal bemoeien. Ik ben al een aantal zaken subtiel aan het inbrengen. Dank voor de input. Welke vragen heb je? Waar wil je graag antwoord op? Zet het in een commentaar hieronder en wie weet neem ik het mee in het vervolg)

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: