Vorige week deed ik een dappere poging tot het schrijven van mijn eerste Ollekebolleke ooit. (Zie hier).
Onderaan gaf ik nog een korte uitleg over de opbouw van deze versvorm.
Mijn zoon wees me op een verkeerde beklemtoning van de zesde regel:
Dat moet een zeslettergrepig woord zijn met de hoofdklemtoon op vierde lettergreep.
En dat was het daar niet. Dus nu een nieuwe poging. Isan kijk je even mee?
wat een verrukking toch dat ik een zoon heb die net als zijn vader ook iets heeft met taal een die me wijst op de letterbeklemtoning als ik perongeluk daar eens in faal
___
Gedicht: © Hugo Vos
In vorm blijven. Dat is de kunst. Iedere vrijdag in 2022 giet ik mijn woorden in een voorbedachte vorm. Welke vorm ik kies hangt af van in welke vorm ik zelf verkeer. Want vormgeven is soms hard werken.
Gekozen versvorm van vandaag:
Ollekebolleke:
2 strofes (coupletten) van vier versregels met een verplicht metrum: Dactylus (TA-ta-ta)
7 dactyli per strofe.
De 6e regel (De 2e regel van de 2e strofe dus) moet één woord zijn. Met de hoofdklemtoon op de vierde lettergreep dus. (Da’s nog hard zoeken naar zulke woorden!)
En de laatste lettergreep van iedere strofe moet beklemtoond zijn.
Ben benieuwd of deze goedgekeurd wordt door mijn zoon.