Selecteer een pagina

In het venster op de aarde zag ik nu een pasgeboren antilope wiebelend op haar benen staan. Het was nog nat van de geboorte. Haar moeder likte het. 
Ja, dacht ik, dat is het! Toen zag ik hoe een panter de twee plots besprong. De moeder sprong op tijd weg, maar het jong had geen schijn van kans. De panter greep het bij de hals, doodde het en nam het mee in de bek. De moeder gestresst achterlatend.

Ik zag een pasgeboren kalfje van een nijlpaard. Drie leeuwinnen naderden en zetten de aanval in. Maar het moedernijlpaard verdedigde met vuur en doodde zelfs een van de leeuwinnen.

Daarna zag ik mijzelf ‘beneden’ op de operatietafel. Er was veel drukte om mij heen. Er werd naar monitoren gekeken, een arts pompte met twee handen op elkaar ritmisch mijn borstkas op en neer. Een zuurstofbalg zat op mijn mond en neus en werd machinaal in- en uitgedrukt. Verplegers en verpleegsters keken toe of deden noodzakelijke dingen. Ik zag betrokkenheid in hun blik.
Toen werd het scherm waar we naar keken weer ‘alles tegelijk’.

“Zeg het maar,” sprak De Liefde, “in alle beelden die ik je heb laten zien, waar zag je mij?”
“Ja, dat is evident,” zei ik, “in de ogen van de verplegers en in het handelen van de artsen zojuist.” 
Ik realiseerde hoe vreemd het was dat tijd hierboven niet leek te bestaan terwijl ze daar beneden met mijn lichaam een race tegen de klok aan het doen waren. “Oh, en in het jong van de antilope en het nijlpaard” zei ik. “De rest was dood en verderf. De kogels, de oorlogen, de leeuwinnen, het nijlpaard. Dat kun jij toch niet zijn? Dat lijkt me meer ‘De Haat’.”

“Ja, dat zou je denken allemaal hè? Maar toch heb je het mis. Natuurlijk zie je mij in de mensen die zich inzetten om jou weer terug te halen,” De Liefde zweeg weer even, “de manifestatie van mij is op zulke momenten sterk. Wat is het dat je ziet? Is het hoop? Is het betrokkenheid? Plichtsbesef? Inzet? En is dat niet allemaal hetzelfde?” Weer dat korte zwijgen. “Het personeel daar beneden kent jou niet en toch geven ze alles voor je. Bijzonder he? Ja, daar word ik gemanifesteerd, zéker. Wacht… ik laat je nog wat zien”

Het venster werd weer specifiek. Ik zag een jong stel elkaar liefkozen. Hij streek haar krullende haar achter haar oor en zij kuste hem zacht op zijn lippen. Er werden kledingstukken uitgedaan bij elkaar en hun naakte lichamen kropen heel dicht tegen elkaar aan.
Toen zag ik twee bejaarde mensen hand in hand door een park wandelen. Ze glimlachten naar elkaar.
Een postbode op straat zwaaide naar een weduwe die achter het raam naar buiten zat de staren.
“Ja!” zei ik, “Zo ken ik je, daar herken ik je in!”
“Dat weet ik,” sprak De Liefde, “maar het is niet het complete verhaal. In al die andere situaties werd ik ook gemanifesteerd. Alleen je hebt het niet gezien. Luister,” sprak het, “ik zal het je uitleggen.”

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: