Selecteer een pagina

Vegetarisch! Ze gaf me vegetarische brokken! Dat het bestaat! Ik ben carnivoor tot in mijn botten!! Wat denkt ze niet? Is het een vorm van straffen? Voor het incident met de vis, die met de planten of de vazen? Waar gáát dit over? Eén van die vazen is heel gebleven toch? 
Ik heb geweigerd het te eten. Ben op haar bed gaan liggen. Ze kan me wat. 

Hoe kan ik ooit mijn werkelijke zelf vinden als mijn mens voor mij bepaalt wat ik wel of niet eet?  Als ik binnen de mij opgelegde kaders moet blijven? Buiten die kaders is de natuur. Míj́n natuur. Daar zijn de vogels, de muizen, de mollen en allerlei ander smakelijk spul. Daar is misschien wel een kater. Zo eentje met wie ik luidkeels een langdradig duet zing. Die daarna bruut in mijn nek springt, nagels in mijn flanken, mijn nekvel tussen zijn vlijmscherpe tanden.Tanden die nét niet door mijn huid heen dringen. Maar die wel zo’n scherpe vlammende pijn in mij doen opvlammen dat het zorgt dat ik geen meer kant op kan. Wat zeg ik? Geen kant meer op wil! Zo’n kater die krauwt en grauwt en mauwt en dan zijn ding doet onder mijn staart. Och, mocht dat ooit een keer bewaarheid worden.

Ik moet de kaders uit, dat is helder. Maar ze houdt de uitgangen steeds voor mij gesloten. Een paar keer ben ik tot in het voorhalletje gekomen. Maar steeds heeft ze me opgepakt en “Nee, nee, nee” geroepen. Me weer terug de keuken in gezet.

Hier op die slaapkamer houdt ze het kader ook opvallend dicht op dat kleine raampje daarboven na… Maar dat zit zo hoog!
Hoe zou het wilde beest in mij dit oplossen? Die zou gewoon omhoog springen. Er geen moeite mee hebben.
Maar ik ben toch een wild beest? Nou dan. Hup! Gáán. Buiten wacht je kater. Oh… eerst even de boel daar onder die staart poetsen. Je weet maar nooit. Hoppa, achterpoot omhoog en likken maar. Blijft een klusje steeds maar je moet het toch bijhouden. Persoonlijke hygiëne. Daar vallen katers op. Nu ik zo dicht bij mijn achterpoot zit met mijn kop, zie ik gewoon dat ik gebouwd ben om krachtig af te zetten. Ik kan dit. Onder dat kleine raampje gaan zitten. Afzetten en recht omhoog! 

Ik hang! Ik hang met mijn voorpoten aan het randje!! Ik ben een wild beest! Maar oei oei oei… Nu afzetten op dat glas met mijn achterpoten. Lastig. Lastig! Volhouden nu. Kom op! Blijven proberen. Elk stukje is er één. Ja! Ja! Ja! Ben er! 

En nu? Dat kleine raampje prikt in mijn rug. Ik moet door. Naar buiten nu. Waarheen? Tjesus wat is het hoog. Helmaal naar beneden springen is geen optie. Zo wild ben ik nou ook weer niet. Spijt! Argh!  En terug is ook geen optie!
De boom. Ik moet de boom in! Spring naar de boom! Dat is haalbaar. 

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: