Selecteer een pagina

Mijn mens heeft me uitgefoeterd. Ik zat gelukkig boven op de slaapkamer, maar ik kon haar luid en duidelijk horen. Ze haalde het visincident er ook nog bij. Ja, smeer het er nog maar eens lekker in! Alsof ik het zelf allemaal zo leuk vind.
Later toen ik voorzichtig weer beneden kwam, potgrond uit de vacht gepoetst, was haar boosheid wat gedaald. Ik heb me flink tegen haar benen aan geschurkt toen ze stond te koken. Werkt altijd. Ze deed daarna best aardig tegen me maar ik kon in haar stem toch duidelijk nog verwijt horen. 

Als ik mijn ware aard wil leren kennen moet ik misschien stoppen met dat geschurk tegen die benen. Aan de andere kant, als ik dat niet doe, krijg ik misschien helemáál geen eten meer. Ook al zijn het die afgezaagde droge brokken steeds, ik moet tóch eten. Misschien is die benenvleierij wel een gedomesticeerde vorm van jagen. Is het daar in die lange lijn vanaf mijn voorouders misgegaan. Maar wil ik dat? Is dat mijn ware zelf? Gedomesticeerd jagen? Nee dus. Ik heb een wild beest in me. Die moet ik ontwikkelen. Daar contact mee maken. Mijn ware zelf vinden en respecteren. Maar hoe?

Als ik nou eens ga mediteren? Boven op een berg of zo. Zou helpend kunnen zijn.

Alleen, binnen de mij gegeven kaders is helaas geen berg te vinden. Het hoogste punt hier is slechts die antiek gelakte kast. Met die Chinese vazen. 

Ho even… Dat is hoog én oosters… Als dat binnen de gegeven omstandigheden nou eens het hoogst haalbare is? 

Hoe daar op te komen? Het onderzoeken waard.

Hmmm… Gelakt. Vlak oppervlak. Dat wordt nagelwerk. Laat ik ze er eens in zetten en kijken hoe hoog ik kom. Op de achterpoten staan en dan hangen aan de voorpoten.
Nope! De nagels krijgen niet echt grip. Laten slechts krassen achter.

En als ik spring en mijn nagels er dieper in boor? Nog eens proberen. Nieuw glad stuk. Hangen nu. Achterpoten erbij! Nee wordt niks. Diepere krassen. Wel goed voor mijn nagels trouwens. Even door nog. Aanscherpen die dingen.

Maar hoe kom ik nou de kast op? Via de schemerlamp? Springen naar het middenstuk. Het leeslicht. Dan springen naar de bovenlamp en van daar dan de kast op. Moet kunnen. Springen zit in me. Dus… Hop! Da’s één. Easypeasy.

En hop… Yep! Voorzichtig nu… wiebelt een beetje… Nou nog even die kast op. Oei… die vazen. Die staan niet echt gunstig. Ik moet daar achter zien te landen. Kwestie van mikken. Ik kan dat. Denk ik.

Die bovenste lampenbol hier is glad zeg. Als ik me afzet en weg glij? Wat dan? Ik kom altijd op mijn pootjes terecht tot nu toe. Waag de sprong maar. In de wildernis moet je risico’s durven nemen.
Ene tweeje…

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: